Vaccinatie tegen COVID-19 wordt aangeraden
Er zijn heel wat vragen rond de covidvaccins en we krijgen van sommige leden ook de vraag of vaccinatie wel veilig is voor MG-patiënten. Onze adviserend arts, MG-specialist prof. dr. De Baets, is duidelijk: als MG-patiënt is er geen contra-indicatie voor het covidvaccin, ook niet bij de patiënten die immunosuppressiva (azathioprine, …) krijgen. Je laat je dus best inenten tegen COVID-19 aangezien je zo als risicopatiënt extra beschermd bent tegen het virus.
Maar hoe zit het nu weer met vaccins en MG-patiënten op immunosuppressiva?
Maar hoe zit het nu weer met vaccins en MG-patiënten op immunosuppressiva?
Geïnactiveerde vaccins (tetanus, griep, pneumococcen) De meeste vaccinaties bij MG-patiënten op immunosuppressiva vormen geen probleem. In het LUMC heeft men onderzoek gedaan naar de effecten van o.a. het tetanusvaccin bij MG-patiënten. Dit dode of geïnactiveerde vaccin bleek geen nadelige effecten te hebben. Andere dode vaccins zijn dus ook niet schadelijk en worden bovendien aangeraden. Geïnactiveerde vaccins worden indien mogelijk minstens 2 weken vóór de start van de immuunsuppressiva toegediend zodat een adequate vaccinatierespons kan opgebouwd worden. Geïnactiveerde vaccins kunnen ook toegediend worden tijdens de behandeling met immuunsuppressieve geneesmiddelen of direct na het stoppen ervan: dit stelt geen problemen qua veiligheid, maar de vaccinatierespons kan verminderd zijn (lagere immuunrespons, kortere beschermingsduur en/of trager optreden van de bescherming). COVID-vaccins Er is tot nu toe geen tegenindicatie voor MG-patiënten voor de mRNA-vaccins tegen COVID-19 (van Pfizer-BioNTech en Moderna), ook niet als er immunosuppressiva worden genomen. Deze zijn dus veilig. De vectorvaccins tegen COVID-19 van AstraZeneca en Janssen Pharmaceutica en de eiwit-gebaseerde coronavaccins tegen COVID-19 van Sanofi-GSK zijn dode vaccins en zijn als dusdanig ook veilig. |
Levende vaccins (bof-mazelen-rubella, varicella, rotavirus, gele koorts, BCG, levend vaccin tegen zona, levend vaccin tegen buiktyfus) Levende vaccins zijn gecontra-indiceerd bij patiënten op immuunsuppressiva omwille van het risico van replicatie van het vaccinvirus, met risico van invasieve infectie. Levende vaccins worden indien mogelijk minstens 4 weken vóór de start van de immuunsuppressieve geneesmiddelen toegediend, dit om de veiligheid en een adequate vaccinatierespons te garanderen. Na stoppen van de immuunsuppressieve geneesmiddelen mogen levende vaccins niet dadelijk toegediend worden: er moet meerdere weken tot maanden gewacht worden. Dit tijdsinterval varieert van geneesmiddel tot geneesmiddel, en hangt af van de halfwaardetijd van het geneesmiddel en van de duur van het immuunsuppressief effect. Dit immunosuppressief effect kan nog aanwezig zijn, ook al is het geneesmiddel niet meer detecteerbaar in het bloed. Als huisgenoten of nauwe contacten van de immuungecompromitteerde patiënt levende vaccins toegediend kregen, zijn volgende voorzorgsmaatregelen van toepassing om het risico van transmissie van het vaccinvirus naar de immuungecompromitteerde patiënt te vermijden: - Voor de vaccins tegen bof-mazelen-rubella, het vaccin tegen varicella en het levend vaccin tegen zona: enkel indien na de vaccinatie een huiduitslag optreedt, moet contact met de immuungecompromitteerde patiënt vermeden worden, en dit tot de huiduitslag verdwenen is; er zijn geen andere voorzorgen. - Voor de vaccins tegen rotavirus: de immuungecompromiteerde patiënt moet contact met faeces van de gevaccineerde zuigeling vermijden tot 4 weken na de vaccinatie. |
Informatie over wie wanneer voor vaccinatie aan de beurt komt, en hoe de covidvaccinatie verloopt, vind je terug op: www.info-coronavirus.be
Bron: BCFI