Wie krijgt MG?
Ongeveer 1 op 10.000 mensen krijgen een vorm van MG. Naar schatting bedraagt het totale aantal MG-patiënten in België ongeveer duizend. De ziekte kan bij beide geslachten en op elke leeftijd voorkomen. De ziekte komt twee tot drie keer meer voor bij jonge volwassen vrouwen dan bij jonge volwassen mannen (tussen 20 en 40). Boven de leeftijd van 40 jaar is er eerder een overwicht aan mannen.
MG komt niet vaak voor bij kinderen en jongeren. Na een bevalling is het wel mogelijk dat een moeder met MG de symptomen op haar pasgeboren baby overdraagt. Men spreekt dan van neonatale MG. Deze symptomen verdwijnen meestal geleidelijk binnen de twee à drie maanden na de geboorte naarmate de baby een eigen immuunsysteem ontwikkelt (zie ook: MG en zwangerschap).
Hoewel de ziekte niet erfelijk is, is de aanleg tot het krijgen van een auto-immuunziekte dit wel. Het is ook eerder zeldzaam dat MG meer dan één lid van de familie treft.
MG komt niet vaak voor bij kinderen en jongeren. Na een bevalling is het wel mogelijk dat een moeder met MG de symptomen op haar pasgeboren baby overdraagt. Men spreekt dan van neonatale MG. Deze symptomen verdwijnen meestal geleidelijk binnen de twee à drie maanden na de geboorte naarmate de baby een eigen immuunsysteem ontwikkelt (zie ook: MG en zwangerschap).
Hoewel de ziekte niet erfelijk is, is de aanleg tot het krijgen van een auto-immuunziekte dit wel. Het is ook eerder zeldzaam dat MG meer dan één lid van de familie treft.